Per 1 januari 2024 wordt het referentiemaandloon niet meer gebruikt als basis voor het wettelijk minimumloon en wordt een wettelijk minimumuurloon ingevoerd. Het referentiemaandloon wordt nog wel gebruikt voor het vaststellen van de hoogte en indexatie van diverse uitkeringen.
Het referentiemaandloon bedraagt per 1 januari 2024: €2.069,40
Het minimumuurloon bedraagt per 1 januari 2024: €13,27
Het minimum maandloon moet vanaf heden worden berekend aan de hand van het feitelijk aantal uren dat is gewerkt. Dit heeft tot gevolg dat het minimum maandloon bij een fulltime werkweek van bv. 36 uur niet meer gelijk is aan het minimum maandloon bij een fulltime werkweek van 40 uur.
In 2024 zijn er 262 werkbare dagen. Dit betekent dat het fulltime minimum maandloon bij een 40-urige werkweek 262 dgn x 8 uur x €13,27 / 12 mnd = €2.317,83 zal bedragen.
Bij een 38-urige werkweek is dat €2.201,94
Bij een 36-urige weekweek is dat €2.086,04
De maximale onbelaste reiskostenvergoeding stijgt in 2024 van €0,21 naar €0,23 per km. Werkgevers zonder CAO zijn niet verplicht om de reiskostenvergoeding te verhogen. Is er een CAO van toepassing, dan is het afhankelijk van de cao-afspraken of de reiskostenvergoeding al dan niet moet worden aangepast.
Het verstrekken en vergoeden van een OV-kaart (OV-abonnement of voordeelurenkaart) wordt vrijgesteld van loonheffing. Voorwaarde is dat de kaart ook zakelijk wordt gebruikt. Hierdoor wordt het voor werkgevers vergemakkelijkt om aan werknemers een OV-kaart aan te bieden.
Na een verhoging tot 3% in 2023 is de vrije ruimte voor 2024 terug verlaagt naar 1,92% van het fiscaalloon (tot €400.000, daarboven 1,18%).
De thuiswerkvergoeding wordt in 2024 verhoogd van €2,15 naar €2,35 per dag (onbelast). Net als bij de reiskostenvergoeding is werkgever niet verplicht te verhogen, maar biedt deze verhoging wel de fiscale ruimte.
Werknemers houden in 2024 netto meer loon over door een hogere arbeidskorting. De maximale arbeidskorting bedraagt €5.532. Werkenden met een salaris vanaf het minimumloon tot bijna €40.000 gaan er hierdoor op vooruit. Vanaf een arbeidsinkomen van €39.958 wordt deze met 6,51% afgebouwd.
Vanaf 2024 wordt de 30%-regeling genormeerd tot de WNT-norm (Wet Normering Topinkomens). Voor 2024 bedraagt de WNT-norm €233.000. Dit betekent dat de maximale grondslag waarover je de 30%-regeling toepast €233.000 is.
Daarnaast versobert de regeling naar: de eerste 20 maanden 30%, vervolgens 20 maanden 20% en dan nog eens 20 maanden 10%. Met overgangsrecht voor bestaande gevallen.
De nieuwe salarisnormen voor de 30%-regeling bedragen voor 2024:
Het gebruikelijk loon moet vanaf 2024 minimaal het hoogste bedrag zijn van de volgende bedragen:
De normbedragen van de vrijwilligersregeling worden verhoogd naar €2.100 per jaar en €210 per maand.
De hoogte van het LIV blijft in 2024 ongewijzigd: €0,49 per verloond uur met een maximum van €960 per werknemer per kalenderjaar.
De voorwaarden wijzigingen wel. Werkgevers hebben vanaf 2024 recht op de tegemoetkoming als een werknemer tussen de 100% en 104% van het minimumloon verdient en minimaal 1248 verloonde uren heeft over het volledige kaldenderjaar. De bovengrens van 104% was in 2023 nog 125%.
Verder wordt per 1 januari 2024 wordt het, al eerder gehalveerde, jeugd-LIV volledig afgeschaft.
De bijtellingspercentages voor 2024 wijzigen niet.
De AOW-leeftijd stijgt per 1 januari 2024 naar 67 jaar. Dit blijft zo tot en met 2027.
Het maximumpremieloon stijgt in 2024 van €66.956 naar €71.628 op jaarbasis.
Bij een organisatie van 100 of meer werknemers, ben je naar alle waarschijnlijkheid vanaf 1 juli 2024 verplicht te rapporteren over het zakelijk verkeer en het woon-werkverkeer van de medewerkers.
Per 1 januari 2024 wijzigt de toetredingsleeftijd voor alle pensioenregelingen. Deze gaat naar 18 jaar voor iedere werkgever.